Wie niet groeit, gaat door het putje

Wie niet groeit, gaat door het putje

Ondernemen zie ik als een spel, waarbij groei essentieel is om doelen te kunnen realiseren.  Wie niet groeit in kennis, mensen en winst, zal vroeg of laat achterhaald worden en niet meer kunnen meespelen. Ik vergelijk ondernemen vaak met het bordspel Monopoly, waarbij groei eerst leidt tot overleven en daarna tot dominantie. Dat is de reden waarom we uiteindelijk allemaal de Kalverstraat willen. Voor mij is in elk geval zeker: wie niet groeit, zal uiteindelijk door het putje gaan.

In het bedrijfsleven draait het, net als in Monopoly, om strategie, visie en groei. Terwijl spelers in Monopoly streven naar overwicht door straten te kopen, huizen en hotels te bouwen om vervolgens huur te kunnen innen, moeten bedrijven zichzelf ontwikkelen om voldoende rendement te kunnen behalen. Zonder deze groei zijn ze kwetsbaar, zoals een Monopoly-speler dat ook is als hij blijft hangen op een paar goedkope straten. De ondernemer én de Monopolyspeler moeten daarbij onverschrokken en onverbiddelijk zijn. De concurrentie is dat ook. Wie niet eet, wordt opgegeten.

Elk bedrijf start op ‘GO’
Bij de start van elk bedrijf staat de pion op ‘GO’. Je hebt een startkapitaal en als het goed is ook een strategie om de eerste maanden en jaren door te komen. Een bedrijf heeft bij zijn oprichting vaak een beperkt budget, een kleine markt en een eenvoudige visie. De initiële focus ligt daarom op het behalen van kortetermijnwinst, net zoals een speler in Monopoly ook het liefst snel een paar leuke stappen wil zetten. Dan krijg je immers wat vet op de botten. Dus koopt die speler graag straten als Dorpsstraat en Brink, want die zijn goedkoop en genereren direct inkomsten.

De korte klap, zoals ik dit noem, helpt om je kwetsbaarheid in de aanvangsfase te verkleinen. Maar daarna moet je wel groter durven denken, want wie niet doorpakt, ziet dat concurrenten hun marktpositie ten koste van jou vergroten. En dus, voor bedrijven die stilstaan in hun ontwikkeling en genoegen nemen met minimale winsten, blijven slechts de kruimels over. En kom je dan op Kalverstraat of Leidsestraat, dan hol je achteruit en is het einde nabij. 

De eerste winst
Na de eerste rondes begint een succesvolle Monopoly-speler straten te verwerven om daar vervolgens te kunnen investeren in huizen en hotels. Zo moeten bedrijven hun eerste winst ook gebruiken om te herinvesteren: uitbreiden naar nieuwe markten, producten innoveren, personeel aannemen en technologie verbeteren. Dat valt of staat met het maken van goede keuzes. Niemand heeft een glazen bol, maar intuïtie kan een mens ver brengen. En soms is het ook, eerlijk is eerlijk, een gok. Zoals mijn moeder altijd zegt, zonder geluk vaart niemand wel. Maar kennis en boerenslimheid kunnen je hoe dan ook ver brengen.

Risico’s nemen
In Monopoly is het nemen van risico’s een integraal onderdeel van de strategie. Spelers moeten afwegen of ze hun geld willen gebruiken om nieuwe straten te kopen of om bestaande bezittingen te ontwikkelen. Een verkeerde zet kan leiden tot een faillissement, maar een gebrek aan actie kan betekenen dat ze onopgemerkt blijven in het spel en ook dat zorgt ervoor dat ze geleidelijk aan terrein verliezen.

Onbekend maakt onbemind
Groei brengt risico’s met zich mee. Toch zijn deze risico’s noodzakelijk. Bedrijven die geen risico’s nemen, doen wat ze deden en krijgen dus ook wat ze kregen. Totdat de dag komt dat ze ineens irrelevant zijn geworden. Kijk bijvoorbeeld naar Kodak, dat ooit de koning van de fotografie-industrie was maar faalde door niet in te spelen op de opkomst van de digitale technologie. Kijk naar tal van winkels in je eigen buurt, die dachten dat webshops nutteloze investeringen waren. Kijk naar die bedrijven, ook mkb’ers, die marketing als sluitpost in de begroting zetten. Dan blijf je onbekend en onbekend maakt onbemind. Een ander goed of eigenlijk slecht voorbeeld is Nokia, dat ooit de dominantste speler was in de mobiele-telefoonindustrie. Nokia’s focus op kortetermijnwinst ten koste van innovatie leidde tot haar ondergang. Vergelijk dit met een Monopoly-speler die weigert te investeren in huizen of hotels omdat hij bang is om cash te verliezen; zo’n conservatieve houding komt de speler duur te staan. Zoals een Monopoly-speler die vastzit zonder middelen of strategie zullen bedrijven om dezelfde reden uiteindelijk falen. Stagnatie is dan de grootste vijand.

Concurrentie
De succesvolle spelers, zowel in Monopoly als in het bedrijfsleven, zijn dus degenen die het lef hebben om strategische risico’s te nemen. Voorwaarde is wel dat ze dan ook hun cashflow goed beheren. In Monopoly draait het om concurrentie en hetzelfde geldt voor het bedrijfsleven. Wie de duurste straten in bezit heeft, wint vaak. Die is dominant en kan veel, zo niet alles naar zijn hand zetten. Veel bedrijven begrijpen dit mechanisme maar al te goed en streven daarom naar een zo groot mogelijk marktaandeel. Met andere woorden, die willen de Kalverstraat in bezit hebben.

Wereldvermaarde bedrijven zoals Amazon en Apple hebben hun marktdominantie opgebouwd door telkens nieuwe markten te betreden en zich aan te passen aan de constant veranderende omstandigheden. Een bedrijf dat zich niet blijft ontwikkelen, kan het nooit opnemen tegen zulke reuzen. Hetzelfde geldt voor een Monopoly-speler die niet uitbreidt, die wordt uiteindelijk marginaal en delft het onderspit.

Innovatie
Innovatie is voor bedrijven wat huizen en hotels zijn in Monopoly: het verandert eenvoudige eigendommen in krachtige inkomstenbronnen. Door te investeren in ontwikkelingen kunnen bedrijven hun producten verbeteren, processen efficiënter maken en nieuwe klanten aantrekken. Denk aan Tesla, dat de auto-industrie op zijn kop zette met elektrische voertuigen en geavanceerde batterijtechnologie. Het bedrijf koos ervoor om zijn winst te herinvesteren in onderzoek en ontwikkeling en plukt daar nu al jaren de vruchten van. En Tesla blijft daarin investeren om ook in de toekomst top of mind te blijven.

Een ondernemer mag eigenlijk nooit op zijn lauweren rusten. Scherp en alert blijven is een must om later toch niet alsnog door de concurrentie te worden ingehaald. Een Monopoly-speler die huizen en hotels bouwt in Amsterdam en Rotterdam zal forse sommen mogen innen. Maar ook deze speler kan niet achterover leunen. Het spel is pas gespeeld als het laatste geld binnen is en tot die tijd kan er nog van alles gebeuren.

De eindfase
Aan het einde van een Monopoly-spel zijn er meestal slechts twee spelers over. Dit weerspiegelt de dynamiek in het bedrijfsleven, waar alleen de sterkste en meest flexibele bedrijven overleven. In deze fase draait alles om optimalisatie en diversificatie. Waarna de genadeklap kan worden uitgedeeld en de winnaar bekend is. In het bedrijfsleven zijn dat meerdere winnaars, omdat de markt meestal groot genoeg is en niet iedereen dezelfde smaak heeft. Apple heeft de naam, maar Samsung evengoed. 

De dobbelsteen
Net als in Monopoly gaat het niet alleen om wat je bezit, maar wat je ermee doet. Bedrijven die strategisch investeren, risico’s nemen en blijven innoveren, bouwen een toekomst waarin ze niet alleen overleven, maar ook domineren. Met andere woorden: groeien, dat moet.

Tot slot een kanttekening: zoals mijn moeder altijd zegt, zonder geluk vaart niemand wel. Op welke kant valt de dobbelsteen? Dat is onmogelijk te voorspellen. Echter, geluk kun je vaak ook afdwingen. Door tijdig te investeren kun je die tegenslag later opvangen. En daarnaast is er nog zoiets als ‘the flow’. Ken je dat? Dat je in een flow zit waarin alles even lijkt te lukken? Ik geloof dat die flow iets is waar je invloed op hebt. Zowel hard werken als slim en alert zijn vormen daarvoor de basis. Maar je moet ook het goede gevoel hebben. Laat je leiden door je intuïtie, je kennis en je gezonde, Hollandse boerenverstand. Dan ga je die flow vanzelf ervaren. En dan? Dan is the sky the limit.  


Reacties

WhatsApp us!